Ondersteuning voor thuisgebruikers

Meldingen van Netwerk inspecteren van AVG: ‘Zwakke wifi-beveiliging’ of ‘Geen wifi-wachtwoord’

In dit artikel wordt beschreven hoe u het probleem oplost waarbij Netwerk inspecteren in AVG AntiVirus een van de volgende meldingen weergeeft:

  • Zwakke wifi-beveiliging
  • Geen wifi-wachtwoord

Beschrijving

De meeste draadloze routers maken gebruik van versleuteling om uw wifi-netwerk te beschermen. Bij versleuteling wordt uw netwerk door middel van een wachtwoord beveiligd. Hiermee worden indringers op afstand gehouden en wordt voorkomen dat aanvallers met uw activiteiten online kunnen meekijken.

Raadpleeg de relevante informatie hieronder in het bericht dat wordt weergegeven nadat u een Netwerk inspecteren-scanbewerking hebt uitgevoerd:

  • Geen wifi-wachtwoord: Wij hebben vastgesteld dat uw router helemaal geen versleuteling gebruikt. Dit betekent dat uw wifi-netwerk niet door een wachtwoord wordt beschermd en daarom bijzonder kwetsbaar is voor aanvallen.
  • Zwakke wifi-beveiliging: Wij hebben vastgesteld dat uw router gebruikmaakt van WEP, een bijzonder zwakke en verouderde versleutelingsmethode. Uw wifi-netwerk is weliswaar met een wachtwoord beveiligd, maar blijft bijzonder kwetsbaar voor aanvallen.

Deze problemen betekenen dat een aanvaller kan meekijken met de gegevens die u via uw wifi-netwerk verzendt en ontvangt, waaronder uw wachtwoorden, creditcardnummers, en persoonlijke berichten en foto’s. Ook zou een aanvaller uw wifi-netwerk kunnen gebruiken om andere aanvallen in te zetten of misdaden te plegen. U bent mogelijk aansprakelijk als dergelijke aanvallen te herleiden zijn naar uw netwerk.

Oplossing

U kunt deze problemen verhelpen door WPA2- of WPA3-versleuteling in te schakelen op uw router en op alle apparaten die verbonden zijn met uw wifi-netwerk. WPA3-versleuteling is de nieuwste en veiligste versleutelingsmethode. Maar deze methode is mogelijk niet beschikbaar op oudere routermodellen. Als uw router WPA3-versleuteling niet ondersteunt, kunt u WPA2-versleuteling inschakelen. Deze methode biedt nog steeds een hoog beschermingsniveau.

Vrijwel alle moderne routers ondersteunen ten minste WPA2-versleuteling, maar mocht dit niet voor uw router gelden, dan adviseren wij u de router te vervangen.

Als u op uw router WPA2- of WPA3-versleuteling inschakelt, moet u ook een wachtwoord instellen om uw wifi-netwerk te beveiligen. Wij adviseren u een sterk wachtwoord in te stellen door de volgende richtlijnen te volgen:

  • Het wachtwoord moet uit minstens 10 tekens bestaan, maar idealiter uit 12 of meer. Hoe meer tekens u gebruikt, hoe veiliger het wachtwoord is.
  • U moet het wachtwoord niet gebruiken om toegang te krijgen tot andere accounts of services.
  • De veiligste wachtwoorden zijn zinnen in plaats van een los woord. Selecteer een zin die u kunt onthouden, maar niet te veel voor de hand ligt.

Selecteer uw routermerk om verdere instructies te bekijken over hoe u WPA2- of WPA3-versleuteling inschakelt:

ASUS

Vanwege het grote aantal verschillende typen routers van Asus kunnen we alleen algemene instructies verstrekken voor veelgebruikte modellen. Raadpleeg voor uitgebreide instructies de documentatie van uw specifieke model router. Neem voor meer hulp rechtstreeks contact op met de ondersteuning van ASUS.

Een draadloze router van ASUS configureren:

1.

Selecteer Ga naar routerinstellingen op het scherm met de resultaten van Netwerk inspecteren om de beheerpagina van uw ASUS-router te openen.

2.

Geef de gebruikersnaam en het wachtwoord voor uw router op. Als u uw aanmeldingsgegevens niet weet, neemt u contact op met de leverancier van de router. Normaal gesproken is dat uw internetprovider (ISP).

3.

Volg onderstaande instructie voor uw router:

Ga naar Advanced SettingsWirelessGeneral.

OF

Ga naar WirelessInterface.

OF

Ga naar WirelessSecurity.

4.

Volg onderstaande instructie voor uw router:

Selecteer als Authentication Method WPA3-Personal (of WPA2-Personal op oudere routermodellen).

OF

Selecteer bij WPA3 Preauthentication (of WPA2 Preauthentication) de optie Enabled.

5.

Selecteer bij WPA Encryption de optie AES, indien beschikbaar.

6.

Stel in het veld WPA Pre-Shared Key (of Passphrase) een sterk wachtwoord in om uw wifi-netwerk te versleutelen.

7.

Bevestig de wijzigingen door Apply of Save te selecteren en start de router zo nodig opnieuw op.

8.

Herhaal stap 3-7 voor zowel 2.4 GHz- als 5 GHz-instellingen op Dual-Band-routers.

Draadloze-netwerkapparaten configureren:

1.

Ga naar de wifi-instellingen voor alle apparaten die zijn verbonden met de router en bekijk de wifi-netwerken binnen het bereik.

2.

Selecteer de naam (SSID) van uw wifi-netwerk in de lijst met beschikbare netwerken.

3.

Voer wanneer daarom wordt gevraagd het wachtwoord (of de Passphrase, Network/Pre-shared key, enzovoort) in dat u hebt opgegeven toen u voor uw router veilige versleuteling hebt ingeschakeld.

4.

Bevestig wanneer daarom wordt gevraagd dat er een draadloze verbinding tussen uw router en het apparaat tot stand mag worden gebracht.

Belkin

Vanwege het grote aantal verschillende typen routers van Belkin kunnen we alleen algemene instructies verstrekken voor veelgebruikte modellen. Raadpleeg voor uitgebreide instructies de documentatie van uw specifieke model router. Neem voor meer hulp rechtstreeks contact op met de ondersteuning van Belkin.

Een draadloze router van Belkin configureren:

1.

Selecteer Ga naar routerinstellingen op het scherm met de resultaten van Netwerk inspecteren om de beheerpagina van uw Belkin-router te openen.

2.

Geef de gebruikersnaam en het wachtwoord voor uw router op. Als u uw aanmeldingsgegevens niet weet, neemt u contact op met de leverancier van de router. Normaal gesproken is dat uw internetprovider (ISP).

3.

Ga naar ConfigurationWi-FiWireless Security.

4.

Selecteer bij Security Mode WPA3-Personal (of WPA2-Personal bij oudere routermodellen).

5.

Stel in het veld Passphrase een sterk wachtwoord in om uw wifi-netwerk te versleutelen.

6.

Bevestig de wijzigingen door Save te selecteren en start de router zo nodig opnieuw op.

7.

Herhaal stap 3-6 voor zowel 2.4 GHz- als 5 GHz-instellingen op Dual-Band-routers.

Draadloze-netwerkapparaten configureren:

1.

Ga naar de wifi-instellingen voor alle apparaten die zijn verbonden met de router en bekijk de wifi-netwerken binnen het bereik.

2.

Selecteer de naam (SSID) van uw wifi-netwerk in de lijst met beschikbare netwerken.

3.

Voer wanneer daarom wordt gevraagd het wachtwoord (of de Passphrase, Network/Pre-shared key, enzovoort) in dat u hebt opgegeven toen u voor uw router veilige versleuteling hebt ingeschakeld.

4.

Bevestig wanneer daarom wordt gevraagd dat er een draadloze verbinding tussen uw router en het apparaat tot stand mag worden gebracht.

Cisco

Vanwege het grote aantal verschillende typen routers van Cisco kunnen we alleen algemene instructies verstrekken voor veelgebruikte modellen. Raadpleeg voor uitgebreide instructies de documentatie van uw specifieke model router. Neem voor meer hulp rechtstreeks contact op met de ondersteuning van Cisco.

Een draadloze router van Cisco configureren:

1.

Selecteer Ga naar routerinstellingen op het scherm met de resultaten van Netwerk inspecteren om de beheerpagina van uw Cisco-router te openen.

2.

Geef de gebruikersnaam en het wachtwoord voor uw router op. Als u uw aanmeldingsgegevens niet weet, neemt u contact op met de leverancier van de router. Normaal gesproken is dat uw internetprovider (ISP).

3.

Ga naar WirelessBasic Settings.

4.

Schakel het selectievakje in naast het kwetsbare draadloze netwerk en selecteer Edit (het potloodje).

5.

Selecteer bij Security Mode de optie WPA2-Personal (of WPA3-Personal op nieuwere routermodellen).

6.

Stel in het veld Passphrase een sterk wachtwoord in om uw wifi-netwerk te versleutelen.

7.

Bevestig de wijzigingen door Apply te selecteren en start de router zo nodig opnieuw op.

8.

Herhaal stap 3-7 voor zowel 2.4 GHz- als 5 GHz-instellingen op Dual-Band-routers.

Draadloze-netwerkapparaten configureren:

1.

Ga naar de wifi-instellingen voor alle apparaten die zijn verbonden met de router en bekijk de wifi-netwerken binnen het bereik.

2.

Selecteer de naam (SSID) van uw wifi-netwerk in de lijst met beschikbare netwerken.

3.

Voer wanneer daarom wordt gevraagd het wachtwoord (of de Passphrase, Network/Pre-shared key, enzovoort) in dat u hebt opgegeven toen u voor uw router veilige versleuteling hebt ingeschakeld.

4.

Bevestig wanneer daarom wordt gevraagd dat er een draadloze verbinding tussen uw router en het apparaat tot stand mag worden gebracht.

Vanwege het grote aantal verschillende typen routers van D-Link kunnen we alleen algemene instructies verstrekken voor veelgebruikte modellen. Raadpleeg voor uitgebreide instructies de documentatie van uw specifieke model router. Neem voor meer hulp rechtstreeks contact op met de ondersteuning van D-Link.

Een draadloze router van D-Link configureren:

1.

Selecteer Ga naar routerinstellingen op het scherm met de resultaten van Netwerk inspecteren om de beheerpagina van uw D-Link-router te openen.

2.

Geef de gebruikersnaam en het wachtwoord voor uw router op. Als u uw aanmeldingsgegevens niet weet, neemt u contact op met de leverancier van de router. Normaal gesproken is dat uw internetprovider (ISP).

3.

Volg onderstaande instructie voor uw router:

Ga naar SettingsWireless.

OF

Ga naar SetupWireless SettingsManual Wireless Network Setup.

OF

Ga naar SetupWireless ConnectionManual Wireless Connection Setup.

4.

Selecteer bij Security Mode de WPA/ optie WPA/WPA2-Personal (of WPA2/WPA3-Personal op nieuwere routermodellen).

5.

Volg de onderstaande extra stappen die beschikbaar zijn in uw routerinstellingen:

  • WPA Mode: selecteer WPA2 Only (of WPA3 Only op nieuwe routermodellen).
  • WPA2 Personal / Enterprise (PSK / EAP): selecteer Personal (PSK).
  • WPA2 Cipher Type: selecteer AES.

Als u geen van deze opties ziet, ga dan verder met stap 6.

6.

Stel in het veld Password, Pre-Shared/Network Key of Passphrase een sterk wachtwoord in om uw wifi-netwerk te versleutelen.

7.

Bevestig de wijzigingen door Save of Save settings te selecteren.

8.

Herhaal stap 3-7 voor zowel 2.4 GHz- als 5 GHz-instellingen op Dual-Band-routers en start zo nodig uw router opnieuw op.

Draadloze-netwerkapparaten configureren:

1.

Ga naar de wifi-instellingen voor alle apparaten die zijn verbonden met de router en bekijk de wifi-netwerken binnen het bereik.

2.

Selecteer de naam (SSID) van uw wifi-netwerk in de lijst met beschikbare netwerken.

3.

Voer wanneer daarom wordt gevraagd het wachtwoord (of de Passphrase, Network/Pre-shared key, enzovoort) in dat u hebt opgegeven toen u voor uw router veilige versleuteling hebt ingeschakeld.

4.

Bevestig wanneer daarom wordt gevraagd dat er een draadloze verbinding tussen uw router en het apparaat tot stand mag worden gebracht.

Huawei

Vanwege het grote aantal verschillende typen routers van Huawei kunnen we alleen algemene instructies verstrekken voor veelgebruikte modellen. Raadpleeg voor uitgebreide instructies de documentatie van uw specifieke model router. Neem voor meer hulp rechtstreeks contact op met de ondersteuning van Huawei.

Een draadloze router van Huawei configureren:

1.

Selecteer Ga naar routerinstellingen op het scherm met de resultaten van Netwerk inspecteren om de beheerpagina van uw Huawei-router te openen.

2.

Geef de gebruikersnaam en het wachtwoord voor uw router op. Als u uw aanmeldingsgegevens niet weet, neemt u contact op met de leverancier van de router. Normaal gesproken is dat uw internetprovider (ISP).

3.

Volg onderstaande instructie voor uw router:

Ga naar BasicWireless LAN.

OF

Ga naar BasicWLANWLAN.

4.

Selecteer bij Authentication Type (of Security) WPA2-PSK (of WPA3-SAE op nieuwere routermodellen).

5.

Selecteer bij Encryption de optie AES, indien beschikbaar.

6.

Stel in het veld Pre-Shared Key een sterk wachtwoord in om uw wifi-netwerk te versleutelen.

7.

Bevestig de wijzigingen door Submit te selecteren.

8.

Herhaal stap 3-7 voor zowel 2.4 GHz- als 5 GHz-instellingen op Dual-Band-routers en start zo nodig uw router opnieuw op.

Draadloze-netwerkapparaten configureren:

1.

Ga naar de wifi-instellingen voor alle apparaten die zijn verbonden met de router en bekijk de wifi-netwerken binnen het bereik.

2.

Selecteer de naam (SSID) van uw wifi-netwerk in de lijst met beschikbare netwerken.

3.

Voer wanneer daarom wordt gevraagd het wachtwoord (of de Passphrase, Network/Pre-shared key, enzovoort) in dat u hebt opgegeven toen u voor uw router veilige versleuteling hebt ingeschakeld.

4.

Bevestig wanneer daarom wordt gevraagd dat er een draadloze verbinding tussen uw router en het apparaat tot stand mag worden gebracht.

Linksys

Vanwege het grote aantal verschillende typen routers van Linksys kunnen we alleen algemene instructies verstrekken voor veelgebruikte modellen. Raadpleeg voor uitgebreide instructies de documentatie van uw specifieke model router. Neem voor meer hulp rechtstreeks contact op met de ondersteuning van Linksys.

Een draadloze router van Linksys configureren:

1.

Selecteer Ga naar routerinstellingen op het scherm met de resultaten van Netwerk inspecteren om de beheerpagina van uw Linksys-router te openen.

2.

Geef de gebruikersnaam en het wachtwoord voor uw router op. Als u uw aanmeldingsgegevens niet weet, neemt u contact op met de leverancier van de router. Normaal gesproken is dat uw internetprovider (ISP).

3.

Volg onderstaande instructie voor uw router:

Ga naar Wi-Fi SettingsWireless.

OF

Ga naar WirelessWireless SettingsManual.

OF

Ga naar WirelessWirelessEdit.

4.

Selecteer bij Security Mode de optie WPA2-Personal (of WPA3-Personal op nieuwere routermodellen).

5.

Stel in het veld Wi-Fi Password of Passphrase een sterk wachtwoord in om uw wifi-netwerk te versleutelen.

6.

Bevestig de wijzigingen door Apply, OK of Save settings te selecteren.

7.

Herhaal stap 3-6 voor zowel 2.4 GHz- als 5 GHz-instellingen op Dual-Band-routers en start zo nodig uw router opnieuw op.

Draadloze-netwerkapparaten configureren:

1.

Ga naar de wifi-instellingen voor alle apparaten die zijn verbonden met de router en bekijk de wifi-netwerken binnen het bereik.

2.

Selecteer de naam (SSID) van uw wifi-netwerk in de lijst met beschikbare netwerken.

3.

Voer wanneer daarom wordt gevraagd het wachtwoord (of de Passphrase, Network/Pre-shared key, enzovoort) in dat u hebt opgegeven toen u voor uw router veilige versleuteling hebt ingeschakeld.

4.

Bevestig wanneer daarom wordt gevraagd dat er een draadloze verbinding tussen uw router en het apparaat tot stand mag worden gebracht.

NETGEAR

Vanwege het grote aantal verschillende typen routers van NETGEAR kunnen we alleen algemene instructies verstrekken voor veelgebruikte modellen. Raadpleeg voor uitgebreide instructies de documentatie van uw specifieke model router. Neem voor meer hulp rechtstreeks contact op met de ondersteuning van NETGEAR.

Een draadloze router van NETGEAR configureren:

1.

Selecteer Ga naar routerinstellingen op het scherm met de resultaten van Netwerk inspecteren om de beheerpagina van uw NETGEAR-router te openen.

2.

Geef de gebruikersnaam en het wachtwoord voor uw router op. Als u uw aanmeldingsgegevens niet weet, neemt u contact op met de leverancier van de router. Normaal gesproken is dat uw internetprovider (ISP).

3.

Volg onderstaande instructie voor uw router:

Ga naar BasicWireless.

OF

Ga naar AdvancedSetupWireless Setup.

OF

Ga naar SetupWireless settings.

4.

Volg onderstaande instructie voor uw router:

Selecteer bij Security Options de optie WPA2-PSK [AES] (of WPA3-SAE [AES] op nieuwere routermodellen).

OF

Selecteer bij Security mode/configration de optie WPA2-PSK (of WPA3-SAE op nieuwere routermodellen). Selecteer bij Cipher Type de optie AES, indien beschikbaar.

5.

Stel in het veld Passphrase een sterk wachtwoord in om uw wifi-netwerk te versleutelen.

6.

Bevestig de wijzigingen door Apply te selecteren.

7.

Herhaal stap 3-6 voor zowel 2.4 GHz- als 5 GHz-instellingen op Dual-Band-routers en start zo nodig uw router opnieuw op.

Draadloze-netwerkapparaten configureren:

1.

Ga naar de wifi-instellingen voor alle apparaten die zijn verbonden met de router en bekijk de wifi-netwerken binnen het bereik.

2.

Selecteer de naam (SSID) van uw wifi-netwerk in de lijst met beschikbare netwerken.

3.

Voer wanneer daarom wordt gevraagd het wachtwoord (of de Passphrase, Network/Pre-shared key, enzovoort) in dat u hebt opgegeven toen u voor uw router veilige versleuteling hebt ingeschakeld.

4.

Bevestig wanneer daarom wordt gevraagd dat er een draadloze verbinding tussen uw router en het apparaat tot stand mag worden gebracht.

Vanwege het grote aantal verschillende typen routers TP-Link kunnen we alleen algemene instructies verstrekken voor veelgebruikte modellen. Raadpleeg voor uitgebreide instructies de documentatie van uw specifieke model router. Neem voor meer hulp rechtstreeks contact op met de ondersteuning van TP-Link.

Een draadloze router van TP-Link configureren:

1.

Selecteer Ga naar routerinstellingen op het scherm met de resultaten van Netwerk inspecteren om de beheerpagina van uw TP-Link-router te openen.

2.

Geef de gebruikersnaam en het wachtwoord voor uw router op. Als u uw aanmeldingsgegevens niet weet, neemt u contact op met de leverancier van de router. Normaal gesproken is dat uw internetprovider (ISP).

3.

Volg onderstaande instructie voor uw router:

Selecteer Wireless in het deelvenster bovenaan.

OF

Ga naar Wireless (2.4GHz/5GHz)Wireless Security.

OF

Ga naar WirelessWireless SettingsEnable Wireless Security.

4.

Volg onderstaande instructie voor uw router:

Selecteer bij Security (of Wireless Security) WPA2/WPA3-Personal (of WPA/WPA2-Personal op oudere routermodellen).

OF

Selecteer bij Security Type de optie WPA-PSK/WPA2-PSK.

5.

Volg de onderstaande extra stappen die beschikbaar zijn in uw routerinstellingen:

  • Version: selecteer WPA2-PSK (of WPA3-SAE op nieuwere routermodellen)
  • Security Option: selecteer WPA2-PSK (of WPA3-SAE op nieuwere routermodellen)
  • Encryption: selecteer AES

Als u geen van deze opties ziet, ga dan verder met stap 6.

6.

Stel in het veld Password, PSK/Wireless Password of PSK Passphrase een sterk wachtwoord in om uw wifi-netwerk te versleutelen.

7.

Bevestig de wijzigingen door Save te selecteren.

8.

Herhaal stap 3-7 voor zowel 2.4GHz- als 5GHz-instellingen op Dual-Band-routers en start zo nodig uw router opnieuw op.

Draadloze-netwerkapparaten configureren:

1.

Ga naar de wifi-instellingen voor alle apparaten die zijn verbonden met de router en bekijk de wifi-netwerken binnen het bereik.

2.

Selecteer de naam (SSID) van uw wifi-netwerk in de lijst met beschikbare netwerken.

3.

Voer wanneer daarom wordt gevraagd het wachtwoord (of de Passphrase, Network/Pre-shared key, enzovoort) in dat u hebt opgegeven toen u voor uw router veilige versleuteling hebt ingeschakeld.

4.

Bevestig wanneer daarom wordt gevraagd dat er een draadloze verbinding tussen uw router en het apparaat tot stand mag worden gebracht.

TRENDnet

Vanwege het grote aantal verschillende typen routers van TRENDnet kunnen we alleen algemene instructies verstrekken voor veelgebruikte modellen. Raadpleeg voor uitgebreide instructies de documentatie van uw specifieke model router. Neem voor meer hulp rechtstreeks contact op met de ondersteuning van TRENDnet.

Een draadloze router van TRENDnet configureren:

1.

Selecteer Ga naar routerinstellingen op het scherm met de resultaten van Netwerk inspecteren om de beheerpagina van uw TRENDnet-router te openen.

2.

Geef de gebruikersnaam en het wachtwoord voor uw router op. Als u uw aanmeldingsgegevens niet weet, neemt u contact op met de leverancier van de router. Normaal gesproken is dat uw internetprovider (ISP).

3.

Ga naar BasicWirelessSecurity.

4.

Selecteer bij Security Mode de optie WPA2-PSK (of WPA3-SAE op nieuwere routermodellen).

5.

Selecteer bij WPA Cypher de optie AES, indien beschikbaar.

6.

Stel in het veld Pre-Shared Key een sterk wachtwoord in om uw wifi-netwerk te versleutelen.

7.

Bevestig de wijzigingen door Save te selecteren en start de router zo nodig opnieuw op.

8.

Herhaal stap 3-7 voor zowel 2.4 GHz- als 5 GHz-instellingen op Dual-Band-routers.

Draadloze-netwerkapparaten configureren:

1.

Ga naar de wifi-instellingen voor alle apparaten die zijn verbonden met de router en bekijk de wifi-netwerken binnen het bereik.

2.

Selecteer de naam (SSID) van uw wifi-netwerk in de lijst met beschikbare netwerken.

3.

Voer wanneer daarom wordt gevraagd het wachtwoord (of de Passphrase, Network/Pre-shared key, enzovoort) in dat u hebt opgegeven toen u voor uw router veilige versleuteling hebt ingeschakeld.

4.

Bevestig wanneer daarom wordt gevraagd dat er een draadloze verbinding tussen uw router en het apparaat tot stand mag worden gebracht.

Andere routers

Vanwege het grote aantal verschillende typen routers kunnen we alleen specifieke instructies van de leverancier verstrekken voor veelgebruikte routers of algemene instructies voor alle andere routers. Raadpleeg voor gedetailleerde instructies de documentatie van uw specifieke model router. Neem voor verdere hulp rechtstreeks contact op met de fabrikant van uw router.

Hieronder vindt u de koppelingen naar de ondersteuningspagina’s voor andere merken:

Apple | AT&T | Dell | DrayTek | Eero | GL.iNET | Google | MicroTik | Motorola | NEC | Sagem/Sagemcom | Speedefy | Ubiquiti | UniFi | Vodafone | ZyXEL

Een draadloze router configureren:

1.

Selecteer Ga naar routerinstellingen op het scherm met de resultaten van Netwerk inspecteren om de beheerpagina van uw router te openen.

2.

Geef de gebruikersnaam en het wachtwoord voor uw router op. Als u uw aanmeldingsgegevens niet weet, neemt u contact op met de leverancier van de router. Normaal gesproken is dat uw internetprovider (ISP).

3.

Zoek het gedeelte Wireless settings (of Wi-Fi settings/setup enzovoort).

4.

Zoek de instellingen voor Security mode en selecteer WPA3-Personal of WPA3-SAE (of WPA2-Personal of WPA2-PSK op oudere routermodellen).

5.

Selecteer bij Encryption (of Cipher Type) de optie AES, indien beschikbaar.

6.

Zoek het veld waarmee u een Wireless password (of Passphrase, Network/Pre-shared key, of iets dergelijks) kunt instellen om uw wifi-netwerk te versleutelen.

7.

Bevestig uw wijzigingen (selecteer Save settings, Update, OK enzovoort).

8.

Herhaal stap 3-7 voor zowel 2.4 GHz (B/G)- als 5 GHz (A)-instellingen op Dual-Band-routers en start zo nodig uw router opnieuw op.

Draadloze-netwerkapparaten configureren:

1.

Ga naar de wifi-instellingen voor alle apparaten die zijn verbonden met de router en bekijk de wifi-netwerken binnen het bereik.

2.

Selecteer de naam (SSID) van uw wifi-netwerk in de lijst met beschikbare netwerken.

3.

Voer wanneer daarom wordt gevraagd het wachtwoord (of de Passphrase, Network/Pre-shared key, enzovoort) in dat u hebt opgegeven toen u voor uw router veilige versleuteling hebt ingeschakeld.

4.

Bevestig wanneer daarom wordt gevraagd dat er een draadloze verbinding tussen uw router en het apparaat tot stand mag worden gebracht.

Tips

Bekijk de extra tips hieronder om ervoor te zorgen dat uw wifi-netwerk veilig blijft:

  • Wijzig de naam van uw wifi-netwerk als het een standaardnetwerknaam (of SSID) heeft met daarin het merk van uw router (bijvoorbeeld Linksys of NETGEAR). Als hackers het merk van uw router weten, is het makkelijker voor ze om in te breken.
  • Spoor eventuele ongewenste bezoekers op uw wifi-netwerk op door regelmatig een Netwerk inspecteren-scan uit te voeren. Op het scherm met scanresultaten worden alle apparaten weergegeven die op dat moment zijn verbonden met uw netwerk. Na het uitvoeren van de scan kunt u ook het selectievakje naast Melding weergeven voor nieuwe apparaten op dit netwerk inschakelen, zodat u telkens een melding krijgt wanneer een nieuw apparaat verbinding maakt met uw netwerk.
  • Wij raden u aan uw router niet zodanig te configureren dat de naam van uw wifi-netwerk (of SSID) wordt verborgen. Wanneer de netwerknaam onzichtbaar is, zenden uw draadloze apparaten de naam zelf uit, wat nog gevaarlijker is.
  • Wij raden niet aan een toegangsfilter voor MAC-adressen te gebruiken, omdat die moeilijk in te stellen zijn en makkelijk te omzeilen.
  • Gevorderde gebruikers kunnen de subnetwaarde wijzigen van 192.168.0.x of 192.168.1.x naar een waarde die minder vaak voorkomt, bijvoorbeeld 192.168.13.x. Op die manier kunt u de beveiliging versterken, omdat veel aanvallen tegenwoordig worden uitgevoerd met websnippets die proberen zich toegang te verschaffen tot de adressen met de meest gangbare waarden.
  • AVG Internet Security 22.x voor Windows
  • AVG AntiVirus FREE 22.x voor Windows
  • AVG Internet Security 20.x voor Mac
  • AVG AntiVirus 20.x voor Mac
  • AVG AntiVirus 6.x voor Android
  • Microsoft Windows 11 Home / Pro / Enterprise / Education
  • Microsoft Windows 10 Home / Pro / Enterprise / Education – 32-/64-bits
  • Microsoft Windows 8.x / Pro / Enterprise – 32-/64-bits
  • Microsoft Windows 8 / Pro / Enterprise – 32-/64-bits
  • Microsoft Windows 7 Home Basic / Home Premium / Professional / Enterprise / Ultimate – Service Pack 1 met Convenient Rollup Update, 32 / 64-bit
  • Apple macOS 12.x (Monterey)
  • Apple macOS 11.x (Big Sur)
  • Apple macOS 10.15.x (Catalina)
  • Apple macOS 10.14.x (Mojave)
  • Apple macOS 10.13.x (High Sierra)
  • Apple macOS 10.12.x (Sierra)
  • Apple Mac OS X 10.11.x (El Capitan)
  • Google Android 6.0 (Marshmallow, API 23) of nieuwer

Was dit artikel nuttig?

Contact opnemen